Een concurrentiebeding is vaak een gevoelig puntje, terwijl het zo’n belangrijk topic is. In dit artikel leggen we uit wat een concurrentiebeding exact inhoudt en wat het te maken heeft met jou, als intermediair.
Een concurrentiebeding is een document, waarin een verbod wordt vastgelegd. Het is de zzp’er niet toegestaan om na het einde van zijn contract gelijkwaardige werkzaamheden uit te voeren bij een concurrent. Ook mag hij niet direct als ondernemer een bedrijf voortzetten in deze branche. Als zelfstandige zijnde schiet je hier totaal niets mee op, maar hoe zit het met jou als bemiddelaar. Heb jij er wel écht baat bij?
Als werknemer of zzp’er zou het verstandig zijn om te onderhandelen over de inhoud, maar in de praktijk gebeurt dit zelden. Zelfstandig ondernemers zijn allang blij als ze nieuwe opdrachten binnen krijgen, waardoor de inhoud van zo’n concurrentiebeding op zo’n moment niet belangrijk lijkt. Er is werk en er zijn inkomsten. De toekomst? Dat is een zorg voor later.
In contracten van bemiddelaars met zzp’ers is het concurrentiebeding vaker wel dan niet aanwezig. Maar waarom? Zijn intermediairs diep van binnen bang dat hun hoge marge ze uiteindelijk de kop gaat kosten? Schiet de dienstverlening van jou als bemiddelaar zo ernstig tekort, dat je bang bent dat jouw zzp’ers de overstap maken naar een concurrent?
Als je deze vragen met ‘nee’ kunt beantwoorden, dan is een concurrentiebeding niet echt van toegevoegde waarde. Daarbij heeft de rechter enkele jaren geoordeeld dat een beding enkel is toegestaan bij een langdurige, vaste werkrelatie, zoals die tussen werkgever en werknemer. Een zzp’er is een zelfstandige en heeft allesbehalve vaste contracten, dus ondanks dat de uitspraak niet van toepassing is op de bemiddelaar, is het wel een opmerkelijk fenomeen.
In de praktijk is het ondertekenen van het contract en het concurrentiebeding onderdeel van een bepaald proces. De duur, werkzaamheden en belemmeringen worden vaak niet eens besproken, terwijl er best een grote kans is dat het de werkrelatie tussen zzp’er en intermediair negatief beïnvloed. De bemiddelaar handelt vanuit routinematig oogpunt óf vanuit angst, omdat hij/zij bang is dat de zzp’er snel zal vertrekken. Voor de zelfstandigen is het een belemmering in de vrijheid als ondernemer, aangezien je na het verbreken of beëindigen van het contract zelfs je speelveld zou moeten verkleinen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?